De grootste bron van informatie voor content (waar alleen jij bij kan)

Mensen zijn er vaak onzeker over hoeveel ze van een onderwerp weten.

Weinig mensen zullen zich een kenner, of zelfs expert noemen. Terwijl ze dat vaak wel zijn. Niet de meest vooraanstaande kenner van Nederland of dé expert op deze wereld. Daarvan zijn er maar heel weinig.

Maar ze kunnen wel de kenner zijn voor hun lezers of toehoorders.

Zo staan er klaslokalen vol met mensen die kennis hebben van een vak. Of die in verschillende vakken onderwijs geven. Zij zullen nooit in het journaal opduiken als kenner of expert. De meesten worden nooit geboekt als spreker op een congres.

Toch zijn ze, daar in die klas, de kenner op het gebied van aardrijkskunde, kunstgeschiedenis, wiskunde of verpleeging.

Zelfs in het basisonderwijs staan juffen en meesters – die misschien niet eens de sinusregel kunnen toepassen, als autoriteit rekenonderwijs te geven.

Is dat een schande?

Nee, helemaal niet. Deze onderwijzers weten voldoende om de eenvoudige sommen aan de kinderen te leren. Daarbij geholpen door rekenmethodes die zijn ontwikkeld door mensen met veel verstand van onderwijsmethoden.

Een uur later geven de juffen en meesters les in taal, tekenen of handvaardigheid. Jonge kinderen storen zich hier helemaal niet aan. “Onze juf kan alles goed.”

Pas ver na je basisschooltijd ga je zien hoe het werkt: de onderwijzers weten nét wat meer dan de leerlingen. Dat is voldoende om een kenner te zijn.

Zo kreeg ik onlangs een introductiecursus voor het boekhoudprogramma Exact. Ik wilde iets meer snappen van dit programma om er voor mij relevante cijfers over mijn bedrijf uit te kunnen halen.

De cursus werd gegeven door iemand die zelf een half jaar geleden een cursus Exact heeft gedaan.

Ze was erg onzeker in haar rol, dat kon ze niet verbergen. Ze voelde zich duidelijk nog geen “kenner”, laat staan een expert.

Terwijl ze probleemloos al mijn vragen kon beantwoorden. Alles wat ik hoorde, was voor mij nieuw en relevant. Haar kennis was voor mij heel waardevol.

Sterker nog: ze was de ideale cursusleider, omdat zij als geen ander begreep hoe overweldigd ik was door alle nieuwe informatie. Ze had deze ervaring een paar maanden geleden zelf ook gehad.

Ze was daardoor heel empathisch en kon mij geruststellen: ze begreep het wel dat ik er een beetje onzeker van werd. Maar kijk naar haar: als je er eenmaal mee aan de slag gaat, heb je het zo door.

Ze had alleen helaas zelf niet door dat ze geknipt was om de cursus te geven. Daarvan werd ze onzeker en een beetje stuntelig. Heel jammer voor haar.

Dit gebeurt vaak ook bij mensen die hun kennis delen via hun website, kennisbank, blogartikelen of een e-book.

Zodra zij gaan schrijven, komt op zeker moment de twijfel: weet ik eigenlijk wel iets van dit onderwerp? Waarom zouden mijn lezers mij als kenner serieus nemen? Er zijn toch tal van experts die hier veel meer vanaf weten?

Deze gedachte is natuurlijk een bom onder je zelfvertrouwen. Terwijl dit niet nodig is.

Er is een groep voor wie jij ruim voldoende kennis hebt om ze op weg te helpen. Voor wie jouw kennis van extreem grote waarde is. Het is zonde zijn als je deze mensen niet bereikt.

Wanneer je twijfelt aan jouw kennis, blokkeert het schrijven en stroomt de motivatie weg.

Op dat moment is het belangrijk dat je een manier hebt om toegang te krijgen tot alle kennis die je hebt over een onderwerp. Dat je in heel korte tijd je hoofd leeg kan schudden, om het vervolgens allemaal op te schrijven en te delen met je lezers.

Een methode die dan heel goed werkt is het zelfinterview.

Bij een zelfinterview bevraag je jezelf. Je geeft jezelf de kans om alle relevante vragen over jouw onderwerp te beantwoorden.

Nu is het niet slim om lukraak vragen aan jezelf te stellen en deze in het wilde weg te beantwoorden. Dan zit je straks met een berg informatie, die je dan nog moet structureren. Ook daar kun je behoorlijk ongelukkig van worden.

Het is dus zaak om de vragen zo te stellen, dat jouw antwoorden samen direct een monsterblog of e-boek vormen.

Ik heb daarvoor een methode ontwikkeld. Daar wil ik je eerst iets over vertellen.

Wanneer je bijvoorbeeld een groot blogartikel maakt, dan kun je simpelweg je laptop openslaan en gaan schrijven. Je bedenkt een onderwerp en gaat tikken.

Bij ervaren tekstschrijver levert dit een acceptabel artikel op. Onervaren schrijvers zonder schrijfroutine verzanden meestal in warrige teksten. Ze lopen vast. Gaan schuiven met tekstblokjes. Ze gaan schrijven en weer schrappen. En raken uiteindelijk gedesillusioneerd.

Echt blij zijn ze zelden met het eindresultaat. Als er al een artikel komt wat gepubliceerd kan worden.

Deze teleurstelling kun je heel gemakkelijk voorkomen door voordat je begint, het blogartikel al van A tot Z in elkaar te zetten. Zo weet je al precies wat je gaat schrijven, in de vorm van een vragenlijst die precies de inhoud en opbouw van de tekst weergeeft.

Een voorbeeld.

Je bent een boekhouder die trainingen geeft voor het omgaan met klanten. Je wilt een alomvattend monsterblog schrijven over de relatie tussen boekhouder en klant.

Je bedenkt vragen die over dit onderwerp gaan, bijvoorbeeld;

  • Wat is de relatie tussen boekhouder en klant?
  • Welke belangen hebben beide partijen?
  • Waar kunnen deze belangen botsen?
  • Wat zijn de risico’s van botsende belangen?
  • Welke typen klanten zijn er en welke specifieke wensen hebben zij?
  • Hoe kun je als boekhouder omgaan met deze wensen?
  • Hoe kun je deze wensen gebruiken om de klanten echt blij te maken?
  • Welke risico’s zijn er op conflicten bij de verschillende soorten klanten als je hun wensen negeert of onderschat?
  • Hoe kun je bij al die gevallen omgaan met de conflicten?
  • Hoe kun je voor die verschillende klanten conflicten in de toekomst voorkomen?

Belangrijk is dat de vragen in een logische volgorde staan. Als je ze hardop voorleest, merk je direct of de vragen samen een verhaal vormen.

Bovenstaand rijtje vragen kan de basis zijn van een omvangrijk artikel. Maar het kan ook gebruikt worden voor een zelfinterview!

Je gaat zitten met een laptop voor je neus of een opnameapparaatje in de hand. Maar net waar je je prettig bij voelt.

Wat je doet is het volgende: je stelt jezelf de eerste vraag en gaat deze hardop sprekend beantwoorden.

Nu is het heel belangrijk dat je zo uitgebreid mogelijk antwoord geeft. Spreek alsof je voor een klas staat met jongeren die in het tweede jaar zitten van een economische opleiding.

Ze weten wat een boekhouder is, maar hebben er eigenlijk nooit over nagedacht dat die klanten hebben waar ze gedonder mee kunnen krijgen.

Het antwoord zou dan zoiets kunnen zijn…

  •        Wat is de relatie tussen boekhouder en klant?

De meeste boekhouders krijgen vroeg of laat met klanten te maken. Wanneer ze voor een boekhoudkantoor werken, is het vaak nodig om met een klant in gesprek te gaan. Ze hebben bij het verzamelen van financiële informatie input van de klant nodig. Of ze moeten samen een boekhouding bespreken wanneer die bij de belastingdienst moet worden ingeleverd.

Zelfstandig boekhouders hebben vanzelfsprekend een nog inniger relatie met hun klanten. Zij voeren zelf het eerste gesprek met potentiële klanten en zijn later in veel gevallen het aanspreekpunt voor deze nieuwe relatie.

Primair is het dus een klantrelatie. Maar het is niet zomaar een relatie: het gaat over de verslaglegging en inrichting van het financiële leven van mensen en bedrijven. Gaat hier iets mis, bijvoorbeeld het niet of onvoldoende betalen van belasting of het ontstaan van achterstanden of zelfs faillissement, dan heeft dit voor de betrokkenen grote gevolgen.

De boekhouder is daarmee een cruciale figuur in het financiële leven van mensen en organisaties.

Et cetera.

Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat je alles vertelt wat je weet. Benoem alles. Leg alles uit. Gebruik geen jargon, maar spreek in een taal die je buurman begrijpt.

Hoe meer je vertelt, hoe meer je gebruik maakt van de latent aanwezige kennis in jouw hoofd. Beschrijf. Geen voorbeelden. Bewandel zijpaden. Als je jouw hoofd maar helemaal leegschudt!

Als je deze methode goed toepast, en je beantwoordt de vragen in de volgorde die je vooraf hebt vastgesteld, dan is je artikel in feite al bijna klaar.

Je hoeft het dan alleen nog uit te tikken. 90% van het werk zit er al op.

Als je enige routine krijgt in het zelfinterview, dan ben je in staat om een monsterartikel van 2500 woorden in 4 uurtje op te tikken. Half uur voorbereiding, 1 uur interview en 2,5 uur tikken. Dan nog een uurtje alles fatsoeneren, een intro en een kop maken.

En live kan dat monsterblog!