Dé tip voor vlot lopende zinnen en alinea’s

Bij mensen met weinig schrijfervaring bestaan veel misverstanden over wat een tekst prettig leesbaar maakt. Ze willen graag lekker vlot schrijven, maar weten niet hoe.

Nu is er een truc waarmee je zeker weet dat een lezer heerlijk door jouw zinnen en alinea’s fladdert. Maar bijna niemand past hem toe. Helaas. Straks meer daarover.

Veel mensen denken dat “een fijne pen” alleen gaat over een stijl van schrijven. Over het beheersen van de taal en de vaardigheid om een verhaal in een aangenaam vertelritme te gieten.

Daarbij vergeten ze dat alles begint bij een heldere, begrijpelijke en consistente boodschap. Als de lezer je niet kan volgen of je niet begrijpt, dan stokt het vlotte lezen. Hij zal steeds even stil moeten staan om na te denken over jouw boodschap.

Wanneer je een informatieve tekst maakt voor jouw website, moet je op de eerste plaats voor zorgen dat je weet wát je wilt vertellen en hóe je dat gaat vertellen.

Je moet een opbouw voor je tekst bedenken, die de lezer begrijpt en tot het eind kan volgen. Hiermee bedoel ik: de volgorde van de alinea’s moet logisch zijn – iedereen moet hem kunnen begrijpen.

Als je dit niet lukt, wordt het nooit een lekker lopende tekst worden.

Wanneer je de informatie op orde hebt en de onderbouwing van je verhaal klopt, heb je helaas nog niet de garantie dat jouw lezer er vlot doorheen gaat. Dan nog kan hij blijven hangen op zinnen die niet lekker lopen.

Als dit te vaak gebeurt, raakt een lezer ontmoedigt en haakt af.

Wanneer je een probleem hebt met het ritme van een tekst, dan zijn dit mogelijke oorzaken.

Gebruik van jargon

Sommige mensen die diep in een vakgebied zitten, hebben de neiging om jargon te gebruiken. Dit zijn woorden of afkortingen die bij vakgenoten bekend zijn, maar die de buitenwereld niet begrijpt.

Mensen die jargon gebruiken tegen een leek sluiten de deze, bewust of onbewust, buiten. Of je het nu expres doet of per ongeluk, je moet dit voorkomen.

Je kunt alles uitleggen in termen die iedereen begrijpt. Je hoeft ook niet bang te zijn dat vakgenoten je lager inschalen omdat je in gewonemensentaal spreekt. Het laat juist zien dat je de materie zo beheert, dat je erover spreekt als over een kopje koffie.

Het laatste wat je wilt, is het uitsluiten van jouw lezer. Die haakt af zodra hij dit merkt. Er is geen doorkomen aan een tekst vol woorden die je niet kent.

Anderzijds is het fijn voor een lezer als je hem af en toe een nieuw woord leert, tenminste wanneer dit relevant is voor het onderwerp waarover je schrijft.

Je kunt dan het woord gebruiken en even toelichten in een bijzinnetje, dat is een onderdeel van een zin, maar niet de belangrijkste mededeling van de zin. Zoals je in voorgaande zin kunt zien.

Ben ik nog te volgen?

Passieve versus actieve zinnen

Een passieve zin is een zin waarin je steeds wordt opgehouden door werkwoordvormen die passief worden geformuleerd en blijkbaar op een hoopje moeten worden gegooid zodat de lezer wordt overrompeld door de geleerde stijl van de schrijver.

Nu ga ik deze zeer passieve zin actief maken.

In een actieve kun je juist lekker door, omdat werkwoorden actief zijn, meestal alleen staan en zo de indruk geven van spreektaal.

Dus niet: ik werd gevraagd een training te gaan geven.

Maar: Klaas vroeg me een training te geven.

De passieve zinnen heten “lijdende vorm”. Misschien weet je dit nog van de zinsontleding op de lagere school.

Het is heel verleidelijk om vaak een lijdende vorm te gebruiken. Ik merk dat ik me er ook schuldig aan maak, meestal als ik hard moet nadenken over wat ik schrijf of ik wanneer ik mijn onderwerp nog niet helemaal onder controle heb.

De lijdende vorm is ook helemaal niet verboden. Het is een prima manier om iets te zeggen, maar pas ermee op: het kan je tekst wollig, stroperig en afstandelijk maken.

Te veel lange zinnen

Lange zinnen zijn geen probleem, wanneer ze helder zijn geformuleerd, niet te veel ingewikkelde woorden bevatten en een begrijpelijke boodschap hebben.

Ga niet krampachtig zo kort en bondig mogelijk schrijven. Dan voelt een lezer zich op zeker moment niet meer serieus genomen.

Vaak zijn lange, ingewikkelde zinnen het gevolg van lange, ingewikkelde redeneringen. Hoe beter iemand de materie onder controle heeft, hoe makkelijker het is om het in heldere zinnen op te schrijven.

Wanneer je een onderwerp onder controle hebt en je bezit ook nog de vaardigheid om het op te schrijven, krijg je als vanzelf een afwisseling van lange en korte zinnen. Omdat elk deel van je boodschap de omvang krijgt die het nodig heeft.

Soms kan het kort. In de volgende zin heb je juist wat meer ruimte nodig om de bewering vorm te geven.

En als je jezelf erop betrapt dat je te lange zinnen maakt, zet dan gewoon eens een punt. Punt. Heerlijk. Even rust. Dus.

Jouw innerlijke stemmetje

Rest ons nog die éne tip waarmee je onverbiddelijk kunt vaststellen of jouw tekst lekker loopt. Het is zo simpel, maar je moet er wel een beetje lef voor hebben.

Wanneer we schrijven, dan leest een stemmetje aan ons voor. Dit stemmetje is alleen hoorbaar voor onszelf.

Bij ervaren schrijvers klinkt dit stemmetje zo luid, dat ze kunnen horen of de tekst lekker marcheert. Bij onervaren schrijvers klinkt het te zacht. Het kan dan vervagen tussen de talloze gedachten die doorlopend door ons hoofd schieten.

Je kunt het volume van jouw stemmetje opschroeven door je stembanden erbij te gebruiken. Door de tekst simpelweg hardop voor te lezen.

En dus niet mummelen. Nee, LUID.

Ik doe dat al jaren, wanneer ik twijfel aan een zin of alinea. Zodra mijn stem de woorden uitspreekt, hoor ik direct of het lekker loopt.

Het is misschien wat vreemd om in je eentje hardop tegen een beeldscherm te praten. Het is ook minder geschikt wanneer je in de trein schrijft.

Voor alle andere situaties is mijn advies: lul lekker hard mee met je verhaal.