Dit is het verschil tussen spreektaal en schrijftaal

Wanneer onervaren schrijvers een tekst maken, schakelen ze vaak als vanzelf over op, wat zij denken, een schrijftaal. Dat is een formele taal die ze alleen schrijven, maar nooit zullen uitspreken.

Ze gebruiken rare verwijswoorden die nooit iemand uitspreekt, zoals het woord “welke”.

“Bedrijfshal 2, welke buiten het weekend niet toegankelijk is, dient op vrijdagavond te worden gereinigd.”

Geen mens zegt hier “welke”. Je zegt “die”. Maar geschreven kom je “welke” heel vaak tegen als verwijswoord. Ik vermoed om chique te doen.

Ook “dient” de hal te worden “gereinigd”, in plaats van dat hij moet worden gepoetst.

Mensen willen met dit soort taal aantonen dat ze op school goed hebben opgelet. Ze kennen namelijk het verschil tussen spreek- en schrijftaal. Denken ze…

In hun ogen zijn dat twee verschillende zaken. En daar hebben ze tot op zekere hoogte gelijk in.

Ik heb 15 jaar als journalist / tekstschrijver gewerkt en interviewde in die periode duizenden mensen.

In talloze teksten gebruikte ik quotes van hen. Dat zijn stukjes tekst tussen aanhalingstekens, die de lezer de indruk moeten geven dat de geïnterviewde dit letterlijk zo zei.

Ik kan verklappen: dit is onzin.

In het beste geval is een quote een verzameling zinnen die de geïnterviewde bedoelde te zeggen.

Als je letterlijk opschrijft wat mensen zeggen, ontstaat er meestal een woordenbrij van gehakkel, gestotter, ge-uh en uhmmm, vaagheden, onduidelijkheden en loos gelul.

Je leert als journalist dus al snel om in een quote te schrijven wat de geïnterviewde had willen vertellen. Nog wat later schreef wat ik ze hadden moeten zeggen.

Ik vormde hun gestamel om tot een paar scherp geformuleerde zinnen waar ze trots op zouden zijn, als ze deze zelf hadden uitgesproken.

Hoe verder ik ging in het zelf maken van de quotes zonder me al te veel aan te trekken van wat de geïnterviewde in werkelijkheid had gezegd, hoe tevredener ze waren over het artikel.

Waarom? Omdat ik ze trots maakte op wat ze zich inbeeldde dat ze hadden gezegd.

De in 1995 overleden journalist Ischa Meijer ging hier nog stap verder in. Hij viel zijn geïnterviewden in de rede en zei dan: “je moet zeggen wat ik wil dat je zegt!”

Vervolgens schreef hij thuis gewoon op wat hij vond dat er gezegd had moeten worden.

(Overigens heb ik ook mensen geïnterviewd die in staat zijn hun verhaal zo te vertellen dat ik het bijna letterlijk kon opschrijven. Alleen een paar punten ertussen, en klaar is Kees.)

Spreektaal is dus geen schrijftaal. Maar al het schrijven begint wel met een stem die het uitspreekt.

Tijdens het schrijven babbelt er een stemmetje mee in je hoofd. Elk geschreven woord is in gedachten eerst door dit stemmetje uitgesproken.

Het stemmetje in je hoofd spreekt, alleen hoorbaar voor jou, een tekst uit. Vervolgens typen je vingers dit op.

Het stemmetje gebruik je ook om te controleren of de zinnen lekker lopen. Jouw eigen stemmetje is zo altijd de eerste (voor)lezer van jouw tekst.

Wat je hier als onervaren schrijver van kan leren?

Dat het volume van het stemmetje in je hoofd soms wat harder moet. Zodat je hoort of een tekst lekker loopt.

Want dat is een belangrijke eis die je aan jouw tekst stelt: dat het straks prettig leest voor het stemmetje in het hoofd van jouw lezer.

En als je het stemmetje in jouw hoofd niet vertrouwt: gebruik dan je echte stem en lees je teksten hardop voor. Is niks om je voor te schamen, gewoon doen!

Ik heb jarenlang elke tekst die ik schreef voorgelezen aan mezelf om te horen of het lekker liep.

Lees rustig en zorgvuldig. Dan hoor je welke zinnen haperen of ontsporen. Heb je het aangepast, lees het dan nog een keer, tot je zeker weet dat het goed is.

Zo voorkom je dat jouw lezer straks over jouw zinnen struikelt.

In die zin is er nauwelijks verschil tussen lezen en voorlezen. Elke goede tekst kun je fijn voorlezen.

Dit voorlezen doet vermoeden dat je dus spreektaal moet gebruiken. Maar dat is het niet. Het is taal die zich fijn laat uitspreken. Dat komt juist omdat het zo goed is geschréven. Het is dus uitstekende schrijftaal. En uitstekende schrijftaal smeekt om geluid te krijgen.

Dus: is er verschil tussen spreek- en schrijftaal? Ja, spreektaal kun je niet per definitie opschrijven. Maar schrijftaal moet je wel moeiteloos kunnen uitspreken.

Gebruik zo min mogelijk andere woorden wanneer je schrijft. Er is niets mis met het verwijswoord “die”. Met “welke” wel.

Als je slimmer of netter wilt overkomen, bereik je eigenlijk altijd het tegenovergestelde.